
Visie juni 2021
Zoals wij in onze eerdere blogs en nieuwsbrieven al hebben weergegeven, gaan wij ervan uit dat de wereldwijde economie fors gaat herstellen en dat hierdoor ook de bedrijfswinsten gaan aantrekken. Nu wij bijna halverwege het jaar zijn, is het gelukkig duidelijk dat dit economisch herstel inderdaad aan het optreden is. Recentelijk is er een tweede thema bij gekomen dat een majeure rol speelt op de financiële markten, te weten toenemende inflatie en hiermee stijgende rentestanden. Deze twee thema’s hebben in hoofdlijnen een tegengesteld effect op de financiële markten. Een aantrekkende economie heeft, enigszins kort door de bocht, een positief effect op de financiële markten, terwijl een stijgende inflatie / oplopende rente een negatief effect heeft op de financiële markten.

Economisch herstel
De Amerikaanse economie is al enige tijd fors aan het herstellen nu meer en meer mensen gevaccineerd zijn en mensen er weer op uit kunnen gaan. In het eerste kwartaal van dit jaar groeide de Amerikaanse economie met 6,4 % ten opzichte van vorig jaar. Daar komt nog eens bij dat ook de Chinese economie een degelijke groei laat zien. De Europese economie liet in het eerste kwartaal nog wel een behoorlijke krimp zien, aangezien wij hier nog te maken hadden met lockdowns. De Europese economie liet in het eerste kwartaal een negatieve groei van 1,3 % zien ten opzichte van het eerste kwartaal 2020. De verwachting is dat, nu ook in Europa meer mensen worden gevaccineerd, ook de Europese economie een inhaalslag kan maken.
Het economisch herstel heeft ook zijn weerslag op de bedrijfscijfers van de grotere ondernemingen. In het schema hieronder hebben wij de gemiddelde analistenverwachting afgebeeld betreffende de omzet- en de winstcijfers van de 500 grootste Amerikaanse en 600 grootste Europese ondernemingen. De Q1 2021 cijfers (eerste kwartaal 2021) zijn de daadwerkelijk gerealiseerde cijfers, de rest betreft verwachtingen.

Zoals uit bovenstaand schema blijkt, is de verwachting dat de grotere ondernemingen in beide regio’s een mooie omzetstijging zullen laten zien en dat deze omzetstijging vervolgens ook een forse winststijging zal opleveren. De gemiddelde omzetstijging per kwartaal zal naar verwachting in zowel Europa als de VS de komende kwartalen 10 % bedragen. Aangezien veel Europese ondernemingen nog steeds overheidssteun ontvangen, levert een stijging van de omzet direct een forse extra stijging van de winst op. De gemiddelde winststijging per kwartaal zal naar verwachting in Europa de komende kwartalen ruim 40 % bedragen en in de VS ruim 30 %. Hoewel de enorme winststijgingen later dit jaar zullen afzwakken, is de consensus dat zeker tot eind volgend jaar de wereldwijde economie zal blijven groeien en daarmee ook de winsten van ondernemingen.
Toenemende angst voor inflatie
De fors aantrekkende economie in combinatie met de massale overheidsstimuleringen die al hebben plaatsgevonden en voor een deel later dit jaar nog moeten plaatsvinden, hebben er voor gezorgd dat het thema “inflatie” weer op de financiële agenda staat. Voor de goede orde, met inflatie wordt bedoeld dat de prijzen van producten en diensten stijgen. De meeste beleggers gaan ervan uit dat de komende maanden de inflatie gaat aantrekken. Wel verschillen de meningen over hoe lang de prijsstijging doorzet. Vanwege het economisch herstel alsmede de enorme geldhoeveelheid die aanwezig is, zijn wij van mening dat de inflatie de komende kwartalen zal aantrekken. Daar komt nog eens bij dat vanwege de economisch groei, de vraag naar personeel zal toenemen. Om aan voldoende personeel te komen, zullen waarschijnlijk de lonen gaan stijgen. De verwachte verhoging van het minimumloon in de VS draagt er ook toe bij dat de looninflatie kan toenemen. Op lange termijn zal de inflatie weer afnemen door technologische ontwikkelingen en de vergrijzing van de wereldbevolking.
Ondanks de enorme geldhoeveelheid die overheden en Centrale Banken hebben gecreëerd en vervolgens hebben uitgedeeld aan de bevolking, bleef tot voor kort een noemenswaardige prijsstijging uit. Enerzijds kwam dit omdat vanwege de slechte economie vorig jaar de lonen niet konden stijgen en anderzijds omdat dit zogenaamde helikoptergeld niet werd uitgegeven vanwege alle lockdowns. Daar is nu verandering in gekomen. Om dit laatste goed uit te leggen, is het nodig om de oude verkeersvergelijking van Fisher uit te leggen. De beroemde econoom Fisher bedacht de volgende vergelijking:
M*V = P*T
waarbij:
M = Maatschappelijke geldhoeveelheid
V = Omloopsnelheid van het geld
P = Prijsniveau (een toename hiervan is inflatie)
T = De hoeveelheid verhandelde goederen en/of diensten.
Anders geformuleerd geeft bovenstaande formule weer: de hoeveelheid geld die wij in een bepaalde periode uitgeven is gelijk aan de waarde van de verhandelde goederen/diensten.
De duizenden miljarden aan nieuw geld die door de overheden en Centrale Banken is gecreëerd, zorgt er voor dat de M in bovenstaande formule fors toenam. Ondanks de toename van M nam de P tot voor kort niet toe. Dit kwam omdat wij met zijn allen wel geld kregen, maar dit geld niet (konden) uitgeven. Nu de wereld weer aan het opengaan is, kunnen consumenten het geld wel weer uitgeven, waardoor de V ook aan het toenemen is en dus de Prijzen (lees inflatie) ook zullen gaan stijgen. Deze prijsstijgingen zien wij nu al optreden in met name de energie- en grondstofprijzen. Vervolgens zullen ondernemingen deze hogere inputprijzen gaan doorbereken aan hun klanten, waardoor uiteindelijk de prijzen van veel producten zullen toenemen.
Ondernemingen die beschikken over een sterk merk kunnen de gestegen inputprijzen meestal grotendeels doorberekenen aan hun klanten. Zwakkere ondernemingen hebben hier meer moeite mee. Het is daarom van groot belang om juist die ondernemingen in de portefeuille op te nemen die in staat zijn de gestegen grondstofprijzen door te belasten aan hun klanten.
Welke sectoren ?
Zoals wij in het begin van onze visie al hebben weergegeven, bepalen de twee thema’s, economisch herstel en mogelijk toenemende inflatie, op dit moment de richting van de financiële markten. De toenemende geldhoeveelheid alsmede de toenemende economische groei zorgen voor een mogelijk hogere inflatie, waardoor de lange rente dit jaar is gestegen. Deze stijgende lange rente heeft er vervolgens weer voor gezorgd dat normale obligaties in koers zijn gedaald.

In ons vorige logboek hebben wij beschreven hier op in te spelen door zogenaamde inflatie obligaties op te nemen in onze obligatieportefeuille. Deze obligaties hebben geen last van stijgende inflatie. Sterker nog, zij profiteren hier van.
Op de aandelenmarkten is de richting van de beweging behoorlijk wisselend. De ene week kijken beleggers vooral naar het economisch herstel en de andere week naar cijfers die mogelijk wijzen op een toenemende inflatie. Om goed te kunnen laveren tussen beide thema’s (economisch herstel en inflatie) hebben wij eerst gekeken naar de sectoren die normaliter profiteren van het opengaan van de wereld en het hiermee samenhangende economisch herstel. Dit zijn vooral aandelen van ondernemingen uit de sectoren: Industrie, Horeca, Materialen, Energie, Toerisme en Financials.
Vervolgens hebben wij gekeken naar de sectoren die normaliter profiteren van een aantrekkende inflatie. Dit zijn vooral aandelen van ondernemingen uit de sectoren: Materialen, Energie en Financials.
Vervolgens hebben wij de sectoren van beide thema’s over elkaar heen gelegd en gekeken welke sectoren van beide thema’s zouden kunnen profiteren. Een en ander hebben wij hieronder grafisch afgebeeld.

Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, blijken vooral de sectoren Energie, Materialen en Financials goed te presteren in tijden van economisch herstel en toenemende inflatie.
Herstel economie
Zoals wij in onze visie al hebben beschreven, gaan wij ervan uit dat de wereldwijde economie aan het aantrekken is en dat de inflatie (al dan niet op korte termijn) kan gaan aantrekken. De sector Materialen kan van beide ontwikkelingen profiteren. In onderstaand schema wordt het verband tussen de economie, de beurskoers en in welke sectoren men normaliter moet beleggen afgebeeld.

De blauwe lijn geeft de denkbeeldige ontwikkeling van de economie weer. Zoals van alle tijden gaat de ontwikkeling van de economie in golven, na een periode van recessie, komt er weer een periode van groei. En na de groei komt er helaas vanzelf weer een periode waarin de economie krimpt. De rode lijn geeft de ontwikkeling van de aandelenmarkt weer. Ook op de aandelenmarkten is sprake van een golfbeweging, goede tijden worden opgevolgd door mindere tijden en vice versa.
In deze grafiek blijkt ook dat de economie en de beurs vaak niet samen optrekken. Dit komt doordat de beurs 6 tot 12 maanden vooruitloopt op de echte economie. Zo zien wij aan de linkerkant van het schema dat de economie nog krimpt (de blauwe lijn daalt), terwijl de beurs al aan het herstellen is (de rode lijn gaat omhoog). Dit zagen wij eigenlijk vanaf maart vorig jaar gebeuren.
De groene vlakken geven aan welke sectoren normaliter het meest profiteren in een bepaalde tijdsperiode.
Wij zijn van mening dat de Amerikaanse economie al iets verder in het herstel is ten opzichte van de Europese economie. De Europese economie komt net uit een recessie, terwijl de Amerikaanse economie al aan het groeien is. Wij gaan ervan uit dat de Europese economie en beurs alsmede de Amerikaanse economie en beurs zich tussen het tweede en derde groene blokje (vanaf links gemeten) begeeft.
Drs. Richard de Jong RBA is directeur vermogensbeheer bij en mede-eigenaar van Van Lieshout & Partners N.V. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.
Bent u benieuwd naar ons beleggingsbeleid naar aanleiding van het bovenstaande?